Voor het eerst een walvis gezien

16 juni 2019 - Uvita, Costa Rica

Aan de overkant van de straat zijn een aantal bedrijfjes die boottochten regelen waaronder Delphine tours het bedrijf dat ons vandaag zou rondvaren. Het laagseizoen heeft zo z’n voordelen waardoor wij de enige opvarenden waren naast Pedro (onze gids), Gabriella (een stagiair) en Color (de schipper). De laatste had de uitstraling van Brownie dutch; stevige zonnebril met pet en er verscheen een minzaam glimlachje als hij het gas naar subtiel naar voren duwde en de 300pk Suzuki brullend tot leven kwam. Pedro is een alleraardigste man die net zoals alle andere gidsen al zijn kennis met je wil delen. Vooraf deelde hij nog, dat hij onder de indruk geweest was over iets wat hij onlangs gelezen had; Anne Frank.

Het zou mogelijk even spannend zijn om de branding door te komen maar daar sneden we soepel doorheen. Het werd een tochtje met de klok mee, eerst naar het zuiden langs de kust en daarna de oceaan op in de hoop dat we daar nog iets bijzonders tegen zouden komen. Bij een van de rotsen liet Pedro zij stuurmanskunst zien door ons vlak voor een doorgang te manoeuvreren en we uitgesleten doorgang konden bewonderen. Daarna naar een strandje Playa Ventanas (stand van de ramen) waar nog een bijzondere doorgang was; een manshoge doorgang van 30 meter waar het water zich door perste.

Hierna gingen we de zee op, we volgende een strook water waar oranje organisch materiaal dreef. Volgens Pedro trok dat vissen aan. Er gebeurde een hele tijds niets en we staarden maar naar iets wat niet komen wilde. Eerst ontmoetten we nog een paar vissers met daarom heen een paar fregat vogels die genoten van het visafval. Eén mannetje stond voorop met een, van het bloed rood doorlopen shirt. Hij  prikte steeds nieuw aas aan een lijn met haakjes. Onder een zonnenet zat een stevige dame. Ik kon niet precies uitmaken wat zij daar deed maar ze vermaakte zich prima.  Bij de achtersteven maakte een andere visser de gevangen vis schoon. De vogels volgende zijn bewegingen nauwkeurig totdat hij weer een stuk darm weggooide, dan doken de Fregat-vogels er op af. Alle elegantie maakte dan plaats voor een agressieve duik naar een darm of ander ingewand.

Even later was het geluk aan onze ze zijde. Links voor dook er een walvis op., Het bleek een bryde walvis te zijn. Dat is een walvis die in deze wateren leeft en niet naar andere oorden trekt. De bekendere Bultruggen paren hier en die zijn er maar tijdelijk. Het dier was zo’n 12 meter lang en als dat vlak voor je boven water komt dan maakt het wel indruk. De walvis kwam steeds een paar seconden boven water waarbij we zijn opstaande vin zijn zagen, z’n rug en iets van een lucht-uitlaat. Veelal volgde hij een bepaalde koers en was het zaak om net zo hard te varen als hij zwom. We zagen ‘m zes of zeven keer boven komen. Hij kon ook plots van richting veranderen en dan was het weer een verrassing wie hem het eerste zag. Ook Pedro, Danielle en Color waren druk in de weer om foto’s te maken.

We vervolgden onze tocht naar Isla Ballena met een grote Ibis kolonie. Veel van de jonge vogels volgden hun eerste vlieglessen. Ouders lieten zien hoe het moest waarna een aantal dapperen de eerste zweefvluchten ondernamen. Ze vlogen dan zo’n vijf meter naar beneden, landen op de steile helling en dan probeerde iedereen tegelijkertijd langs de rots omhoog te klimmen. Dat was een redelijk chaotisch geheel van bijna over elkaar heen klimmende bruine ibissen. Hun ouders waren sneeuwwit. Al dit klungelige gedoe trok ook de aandacht van een aantal gieren/arenden. Vlak voor onze ogen werd een jong het slachtoffer van twee sterke klauwen en werd ter plekke uiteen getrokken om in de slokdarm van de gier/arend te verdwijnen. Hoog zat,  eenzaam en alleen, een albatros jong te wachten op zijn ouders.

We zagen nog twee maal de schaduw van een zeeschildpad die dicht bij het wateroppervlak kwam. Op de foto zie je slechts de schaduw van de schildpad.

De tocht werd afgesloten met een korte uitleg over een plaatselijk mangrove bos. Inderdaad heel vreemd hoe al die takken samengroeien tot één boom. Ik las onlangs nog een stukje in het NRC waarin werd uitgelegd hoe Surinaamse boeren het Mangrove bos willen gebruiken bij landwinning. Ze vertelden ook hier dat de Mangrove zich aanpast aan de zee-spiegel en als stormkering werkt.

Na de tocht hebben we nog korte tijde op het strand gezeten maar met vloed is er weinig te beleven dus terug naar onze bungalow maar niet zonder onze supermarkt bezocht te hebben voor de nodige frisdrank en yoghurt toetjes.

Het jeukte bij mij dat ik nog niet naar de Whale tale geweest was, terwijl die toch om de hoek lag. Van boven lijkt het schiereiland op de staartvin van een walvis. Het verbindingstuk tussen vaste wal en de ‘staart vin’  loopt met vloed onder water en ik verwachtte dat die inmiddels wel droog stond. Helaas was dat niet het geval maar het water was inmiddels niet meer dan knie-hoog diep. Het was alleen oppassen als de golven van links en rechts elkaar op het ondiepste punt raakten, dan kon het ineens verraderlijk hoog opspatten.
Het had wel iets om in je eentje zo door dat water te lopen. Achter mij stond een grote groep die wachtte het nog even af.
Langs de kust was het een fraaie kleurenspel van een relatief laag hangende zon, dreigende donkere regenwolken die vanaf de bergen naar beneden schoven, regenbuien die het zicht op de zuidelijk gelegen kust blokkeerden en een wolkenloze lucht boven de oceaan. Vanaf de Wale tale kon je dat schouwspel mooi overzien.
Halverwege de terugweg kwam ik de groep tegen die meer het zekere voor het onzekere nam en ik maakte nog een mooie foto van een oudere man die het hoog opgetrokken sokken de groep afsloot.

Op weg naar de Whale tale hoorde ik nog de typische schreeuw van de Ara. We hadden er die ochtend al een paar gezien maar die zaten zo hoog dat je slechts een klein beetje rood kon ontwaren. Eerst vloog een hele groep voorbij en later kon ik ze goed fotograferen toen ze kleine avocado’s aten. Je ziet goed hoe ze die uit de boom plukken.

Foto’s