Naar onze bungalow

15 juni 2019 - Uvita, Costa Rica

Ongeveer 60km van Manuel Antonio ligt het dorpje Uvita. Het is met name bekend van de bultruggen die hier onderweg langs de Zuid- en Noord Amerikaanse kust komen te paren. Al doen ze dat in een andere periode dus dat moeten wij missen.

Eerst hebben we nog van ons zalige ontbijt met veel fruit en yoghurt mogen genieten. Ook nu weer was het hotelpersoneel geïnteresseerd in onze volgende bestemming en kregen we advies over te bezoeken toeristische hoogtepunten.

Deze keer nauwelijks bochten. Lange tijd stonden er links en rechts regelmatige geplante palmbomen. De cruise controle bleef onaangeroerd staan op een snelheid van 85kmh. We zijn nog even een dorpje Dominical ingereden. Het zou een bijzonder surf-oord zijn waar we een kopje koffie hoopten te drinken maar alles bleek nog dicht.

20km verder was onze eindbestemming van vandaag; Uvita een ietwat uitgestorven dorpje. Het complex waar we verblijven is een verzameling van vijf blokhut achtige woningen rondom een redelijk groot zwembad. We hebben een kamer met keukenblok en een aparte slaapkamer en toilet. Bij aankomst waren wij de enigen en de combinatie van regen, een donker grijze lucht en een huisje zonder veel licht, zorgde voor een ietwat gedeprimeerde stemming.

We zijn op en neer de hoofdstraat uitgelopen. Dat duurde zeven minuten en zijn toen bij een van de eerste de beste restaurantjes neergestreken. Ik dacht een Italiaanse koffie machine te zien maar dat bleek een professioneel Expresso machine te zijn. De koffie viel niet tegen en de vissoep was zalig en vulde goed met de bijgevoegde rijst. De salade van Irene mocht er ook zijn. Het druppelde nog steeds maar de maag was inmiddels aangenaam gevuld.

Die middag hebben we verder wat aangemodderd en ik ben op zoek gegaan naar een wandeling waarmee ik de omgeving een kon verkennen. We hadden die ochtend al een paar buien over ons heen gekregen en het ging nu ook weer tekeer. Met poncho liep ik een beetje als een zombie door het dorpje en ik was blij dat het ophield te regenen zeker nadat het in de poncho net zo vochtig was als daarbuiten.

Via wat zijweggetjes kwam ik op het strand dat afgezien van de lichte perforatie als gevolg van de overdaad aan regendruppels, vrijwel vlak was. Ik wist dat ik inmiddels op illegaal terrein bevond, volgens de instructies zou je een permit moeten hebben gezien de beschermde status van de kust. Een lokale persoon overtuigde mij dat men voor een wandeling als de mijne, men niet zo moeilijk doet. Ik dus verder langs de kust noordwaarts naar de plek waar onze hoofdstraat bij het strand eindigt. Rechts van mij hingen de palmbomen over het strand en een grote hoeveelheid kokosnoten lagen er verspreid. Hier en daar was een surfer bezig of staken zwarte koppies boven het water. Niet te vergelijken met Manuel Antonio en zelfs stiller dan Samara.

Ik moest nog wel even door de in/uitgang waarbij naast de vertegenwoordiger van het park ook twee politiemensen zaten, geheel in stijl met kogelvrij vest. Die waren zo met hun mobiel bezig dat ze bijna schuldbewust opschrokken toen ik hen “Buenos dias”  toewenste.

Via Google maps had ik nog een Spaans restaurant (Sabor Espagnol) gevonden waarvan de foto’s mij deden watertanden. We zijn nog met licht (voor zessen) naar de plek gereden waar ik die middag op het strand gekomen was en zo konden op die manier nog romantische wegzwijmelen bij van een fraaie zonsondergang. Hierna volgde een prima diner waarbij de kok telkens langs kwam en op een vriendelijke manier naar ons welbevinden vroeg; Pura Vida.

Foto’s